Het verhaal van collega Mia
‘Een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd’
Dat is het levensmotto van Mia Hoeijmakers, een van de onmisbare vrijwilligers van La Providence. Ruim 18 jaar is Mia vrijwilliger bij La Providence. Hoe het zo kwam en hoe het haar bevalt? Je leest het hier.
‘Hoe ik bij La Providence terecht kwam? In 2004 knapte ik na een ernstig ziekbed op en wilde me graag weer nuttig maken. Mijn oog viel op een advertentie van La Providence waarin vrijwilligers gevraagd werden en zo is het gekomen. Eerst wat aftasten, maar het voelde van begin af aan goed. Ik heb voorheen altijd in de zorg gewerkt, dus de affiniteit had ik al. En nu werk ik hier alweer 18 jaar.’
Koffie, spelletjes en hondje Beppie
‘Twee ochtenden in de week werk ik als vrijwilliger op de dagbesteding. Het eerste dat ik doe, is zorgen dat alles klaarstaat als de cliënten ’s ochtends uit de taxi stappen om hier de dag door te brengen. We drinken dan samen een kopje koffie, maken een praatje, lezen voor uit de krant en dan volgen er activiteiten. Dat kan van alles zijn: geheugenspelletjes, gym, wafels bakken, soep maken, wandelen. We zijn met een groep van maximaal 10 personen onder begeleiding van een activiteitenbegeleidster en ik als vrijwilliger. Verder gaat mijn hondje Beppie ook regelmatig mee. Zij kwam hier al als pup en is inmiddels een bekende. Dat vinden de cliënten leuk: ze nemen haar op schoot om te aaien of geven een snoepje. Mooi om te zien.’
Een fijne dag
‘Het bevalt me hier supergoed: het sociale contact, dat ik wat kan betekenen voor een ander.’ Met het werk op de dagbesteding ontlasten Mia en haar collega’s het thuisfront van de cliënten. ‘Dat klopt’, zegt Mia, ‘maar daar sta ik niet bij stil. Ik ben hier voor de cliënten, om hen een fijne dag te bezorgen. En de aandacht die je geeft, krijg je ook terug. Cliënten zijn zo dankbaar.’
Warm en knus
‘Ik houd van de sfeer bij La Providence. Iedereen kent elkaar, praat met elkaar, het is hier warm en knus. Als vrijwilliger hoor je er helemaal bij. Je ontvangt complimentjes, een kaartje, een attentie met kerst of op de vrijwilligerdag. Het is gewoon één club, iedereen hoort erbij.’
Nog tips?
Over die vraag wordt even diep nagedacht. ‘Ja’, zegt Mia, ‘de krant, die mogen ze van mij wegdoen. Daar staat zo weinig interessants in voor de cliënten. Geef dat geld maar aan de dagbesteding dan kunnen we dat bijvoorbeeld voor een uitje gebruiken. Of iets anders leuks, waar de cliënten een lach van op het gezicht krijgen.’