“Oma Nelly van 96 jaar? Zij kan toch niet meedoen met de optocht, zo’n oudje?”
Dat waren de woorden van 6-jarige achterkleinzoon Juul toen hij hoorde dat zijn overgrootmoeder Nelly Broekaart ging meelopen met Gekke Maondaag. ‘Dat kan toch niet’ werd ‘dat kan toch wel’! La Providence deed het gewoon; met een groep van circa 35 man en vrouw sterk deelnemen aan Gekke Maondaag. Hoe dat beviel en wat eraan voorafging? Bewoonster Nelly Broekaart, haar schoondochter Gemma Janssen en teamcoördinator facilitair Rob Huijs vertellen over deze bijzondere Maondaag.
“Na een klein spontaan voorproefje vorig jaar, wisten we meteen: dit gaan we volgend jaar weer doen”, zegt Rob. “Met een club van 10 enthousiaste collega’s uit alle geledingen, gingen we de organisatie aan. We vroegen bewoners, familieleden, onze medewerkers en vrijwilligers wie mee wil, en kan, lopen. We zorgden voor voldoende en goede begeleiding. Vervolgens een thema bedenken, de pakken regelen en maken. Met de technische dienst hebben we de borden gemaakt. De ‘hèndjes’ knippen werd een activiteit bij de dagbesteding en zelfs de nachtdienst hielp hierin een handje mee. Voorpret volop. En daar gingen we die maandag, met z’n allen. Met onze eigen prins Joop voorop.”
Als een ‘old queen’
“Daar móet ik bij zijn”, zegt Gemma Janssen. “Mijn schoonmoeder, 96 jaar. Voor het eerst meelopen in de optocht, dat wil ik niet missen. Zo kwam ik die maandag aan bij La Providence om dit samen met mam, want zo noem ik haar, te beleven. Mam nam plaats in de rolstoel, werd in haar schort met de hèndjes geholpen, ze pakte een grote kartonnen hand vast en daarmee heeft ze de héle optocht gezwaaid als een ‘old queen’. Alsof de parade speciaal voor haar georganiseerd was. Haar gezicht, ik heb dat de laatste maanden niet zo vrolijk gezien als deze dag. Geweldig, daar doe je het voor. En ze was niet stuk te krijgen. Na afloop was de prijstuitreiking en een samenzijn met drankjes en bitterballen; ook daar wilde ze bij zijn. Ik heb in het garen gehangen om hiervoor vrij van mijn werk te krijgen en dat is het meer dan waard geweest. Fantastisch!”
Ik herkende de gezichten
“Geweldig, ja! Wat op mij de meeste indruk maakte is dat ook mensen die oud zijn, in een rolstoel zitten of afhankelijk zijn van zorg, hieraan kunnen meedoen.” Dat zegt Nelly Broekaart, bewoonster van La Providence. “Ik ben van huis uit geen hele grote carnavalsgek, maar dit vond ik geweldig. En u moet weten, ik zie bijna niks meer. Maar het was die dag zulk helder mooi lenteachtig weer, dat ik zelfs de gezichten van de mensen langs de weg herkende. Heel bijzonder voor mij. En mijn schoondochter Gemma was erbij, dat was echt een verrassing. Gemma maakt direct contact met iedereen, zo gezellig. We waren met een grote groep, dat maakt wel indruk op de mensen denk ik. Het was ook allemaal goed geregeld door La Providence. Na afloop kregen we nog drankjes en bitterballen. Echt carnaval. Ik ben zo blij dat ik meegedaan heb. Een prachtige dag!”
Volgend jaar weer?
‘”Ja, als ik er dan nog ben, hè”, zegt Nelly. We moeten wel reëel blijven. Op mijn leeftijd is iedere dag er 1. Maar ik ben nog vief, dus ik hoop er volgend jaar bij te zijn.” Gemma vervolgt: “Ik ga opnieuw regelen dat ik erbij kan zijn zodat ik mijn schoonmoeder weer zo kan zien stralen.” “Van deze happening gaan wij een jaarlijkse traditie maken”, zegt Rob. “Als je ziet wat het doet met de mensen, hoe gedragen dit wordt door de familie, het dorp en de organisatie. Iedereen vond het fantastisch, we hebben zoveel positieve reacties gehad. En zeg nou eerlijk: waar zie je dat nou, dat een zorgcentrum dit gewoon doet? Dat kan toch alleen maar bij La Providence. Bovendien hebben we een draaiboek nu: dus ja, volgend jaar weer.”
𝘍𝘰𝘵𝘰 𝘷.𝘭.𝘯.𝘳.: 𝘕𝘦𝘭𝘭𝘺 𝘉𝘳𝘰𝘦𝘬𝘢𝘢𝘳𝘵, 𝘎𝘦𝘮𝘮𝘢 𝘑𝘢𝘯𝘴𝘴𝘦𝘯, 𝘙𝘰𝘣 𝘏𝘶𝘪𝘫𝘴, 𝘱𝘳𝘪𝘯𝘴 𝘑𝘰𝘰𝘱 𝘏𝘦𝘳𝘤𝘶𝘭𝘦𝘴